Benaming papiersoorten

Er zijn veel mogelijkheden papier te verwerken en te vormen. Dit resulteert in een bont scala aan papiersoorten. Hoe heten de verschillende papiersoorten?

Er zijn veel mogelijkheden papier te verwerken en te vormen. Dit resulteert in een bont scala aan verschillende papiersoorten. De namen hiervan vind je hieronder:

Aquarelpapier

Zwaar inwendig gelijmd lompenpapier, goed bestand tegen herhaaldelijk bevochtigen bij het aquarelleren.

Bankpost

Goed gelijmd houtvrij papier, vaak voorzien van een watermerk en vooral bedoeld voor de schrijfmachine.

Bord(karton)

Massief karton, zwaarder dan 600 g/m2.

Brandvertragend papier

Papier dat door impregnering met minerale zouten geen vlam vat.

Bristolkarton

Houthoudend karton, aan beide zijden beplakt met houtvrij papier.

Calqueerpapier

Papier dat door een speciale productiewijze en nabehandeling transparant is.

Cast-coated

Papier waarvan de strijklaag door persen en verhitten een zeer hoge glans heeft gekregen.

Chromopapier

Eenzijdig gestreken papier, in wit of gekleurd en glanzend of mat.

Couverture

Gekleurd houthoudend papier.

Digitaal papier

Papier- of kartonsoorten die specifiek zijn ontwikkeld voor toepassing met verschillende digitale druk- of printtechnieken.

Drinkbekerkarton

Zwaar gelijmd karton met een laag paraffine of polyethyleen, waardoor het geschikt is voor het maken van drinkbekers en (levensmiddelen)verpakkingen.

Dundruk

Zeer dun houtvrij papier, niet zwaarder dan 40 g/m2, vaak gebruikt voor bijbels en daarom ook wel bijbeldruk genoemd.

Duplexkarton

Gekoetst karton voor met name verpakkingen; het zwaar houthoudende basismateriaal heeft aan één zijde een houthoudende of houtvrije deklaag die voor een betere bedrukbaarheid bovendien gestreken kan zijn.

Gesatineerd papier

Ongestreken papier dat gladder is gemaakt door de wrijving die optreedt bij kalanderen (nabehandeling waarbij het papier tussen twee cilinders wordt gevoerd die met verschillende snelheid draaien).

Gestreken papier

Papier (of karton) dat tijdens de productie is voorzien van één of meer lagen van krijt en/of chinaclay; strijklagen zijn mogelijk in verschillende gradaties van mat tot hoogglanzend, leveren een egaler oppervlak en hebben vooral tot doel een betere drukkwaliteit mogelijk te maken, met name in illustratiedruk.

Glans

Het percentage licht dat wordt gereflecteerd door het papier van een, onder een bepaalde hoek invallende, lichtbundel; hoe hoger de reflectie, des te groter de glanswaarde.

Golfkarton

Bestaat uit een laag gegolfd papier, aan boven- en onderzijde beplakt met zogenaamde liner.

Grijsbord

Karton vervaardigd uit ongesorteerd oud papier.

Holografisch papier

Gemetalliseerd holografisch materiaal, verkrijgbaar als papier, karton en in zelfklevende vorm.

Ivoorkarton

Wit houtvrij karton uit goed gebleekte pulp dat zich goed laat beschrijven en vouwen.

Karton

Papiermateriaal met een gramgewicht hoger dan 170 g/m2.

Kraft

Zeer sterk papier vervaardigd uit sulfaatpulp voor met name verpakkingsdoeleinden.

Krantenpapier

Ongestreken mat papier, zwaar houthoudend, met een gramgewicht tussen 40 en 52 g/m2, bedoeld voor het drukken van kranten en krantachtige producten.

Kringlooppapier

Papier dat geheel of gedeeltelijk is geproduceerd van vezels uit oud papier.

Kromekote

Aan één of beide zijden zeer hoogglanzend gestreken papier, wit of gekleurd.

Kunstdruk

Papier, meestal houtvrij, aan één of twee zijden voorzien van een gesloten strijklaag en vooral bedoeld voor vierkleurendruk.

Luchtpostpapier

Zeer dun houtvrij schrijfpapier, maximaal 30 g/m2.

LWC (light weight coated)

Tweezijdig machinegestreken houthoudend papier voor rotatiedruk, maximaal 70 g/m2.

MC (machinecoated)

Papier dat tijdens de productie of op een aparte coatingmachine is voorzien van een matte strijklaag (zie ook gestreken papier).

Metaalpapier

Papier dat door bedamping met een dunne laag aluminium een luxe zilverglans krijgt.

Microgolfkarton

Golfkarton met een extreem dunne golf.

Natsterk papier

Heeft een interne lijming met kunsthars en behoudt daardoor ook in natte toestand een groot deel van de oorspronkelijke sterkte; wordt onder meer gebruikt voor gegomde etiketten.

Natuurkarton

Eenlagig effen wit karton uit zeer goed gebleekte celstof; houtvrij en goed gelijmd; geschikt om te beschrijven; egaal van doorzicht, laat zich goed vouwen.

Omslag

Wit of gekleurd papier, van 100 tot 300 g/m2, sterk, kleurvast, soms voorzien van een persing.

Ongestreken papier

Papier en karton bestaande uit mechanisch (houthoudend) of chemisch (houtvrij) bewerkte houtvezels en eventueel lijm- en hulpstoffen, maar niet voorzien van een strijklaag.

Pergamijn

Halftransparant papier, tweezijdig gesatineerd en in verschillende persingen verkrijgbaar; wordt vooral gebruikt voor schutbladen, in albums en voor luxeverpakkingen.

pH-waarde

Bepalend voor het zuurgehalte van het papieroppervlak; papier met een neutraal zuurgehalte (pH=7) levert de minste problemen op bij de verwerking.

Romandruk

Vrij ruw papier, houtvrij of houthoudend, met een grote opdikking; wordt daarom vooral gebruikt om boeken meer ‘body’ te geven.

Ruwheid

Wordt gemeten als afwijking van een ideaal egaal oppervlak.

Schrijfpapier

Houtvrij of lichthouthoudend papier, gesatineerd, wit of licht gekleurd, goed gelijmd, aan beide zijde goed beschrijfbaar; gelijkmatig van doorzicht.

Speciaalpapier

Verzamelnaam voor een reeks van gestreken en ongestreken papiersoorten die zijn ontwikkeld voor specifieke toepassingen: basispapier voor behang, flexibele verpakkingen, etiketten, enveloppen, industriële papiersoorten et cetera.

Spiegelkarton

Een cast-coated karton, voorzien van een speciale polypropyleenfilm; het materiaal, in vele kleuren leverbaar, krijgt daardoor een zijdeachtige uitstraling.

Synthetisch papier

Wordt vervaardigd uit voornamelijk kunststofvezels en heeft daardoor bijzondere eigenschappen: maatvast, nagenoeg onscheurbaar, afwasbaar en goed bestand tegen warmte en beschadiging.

Zaans bord

Exclusief en zeer taai bordkarton, uit lompen vervaardigd bij papiermolen De Schoolmeester in Westzaan.

Zelfklevend papier

Papier met aan één of beide zijden een al dan niet permanent hechtende kleeflaag.

Zelfcopieërend papier

Bestaat meestal uit sets van twee of meer vel op elkaar; het bovenste vel heeft aan de onderkant een laag met microcapsules die onder druk (potlood, balpen, et cetera.) beeldvormend reageren met een soortgelijke laag aan de bovenkant van het onderliggende vel.

Zijdepapier

Dun en zacht papier, maximaal 30 g/m2, meestal voor verpakkingsdoeleinden.